Harry Roberts.
Harry Roberts. Eigen foto

Verhalen van Maas tot Waler: Harry Roberts

Mens Verhalen van Maas tot Waler

Waarom verlaten Limburgers hun geboortegrond om in maas en Waal te gaan wonen?

Een gesprek met Harry Roberts die sinds 1994 in Puiflijk woont of - zoals sommigen zeggen - Druten-Zuid.

Hij wordt in 1956 geboren in Merkelbeek, midden in de mijnstreek. Het is een arm gebied, waar hard gewerkt moet worden voor de kost. Harry groeit op als enig kind. Zijn vader heeft vele jaren in de mijnen gewerkt. Na de lagere school vertrekt hij dwars door het heuvelland naar Hoensbroek. Bergaf met de fiets en na school bergop weer terug. Daarna bezoekt hij, op zijn oranje Kreidler, de HTS in Heerlen.

Op zijn zeventiende ontmoet Harry de Brunssumse Marianne, waarmee hij sinds 1979 is getrouwd. Speciaal voor de bruiloft leert hij in de keuken van zijn schoonouders de tango als openingsdans.

Philips

In de periode dat Harry soldaat speelt in Ermelo - zonde van de tijd noemt hij het - heeft Marianne een baan gevonden bij Philips in Eindhoven. Ze is ‘schuldig’ dat ze het Limburgse land verlaten om in de Lichtstad te gaan wonen, waar Harry ook aan de slag kan bij de firma. Na twee jaar verhuizen ze naar Maarheeze, waar hun drie zonen worden geboren. Twaalf jaar later verhuizen ze naar het Land van Maas en Waal. Marianne zorgt fulltime voor de jeugd, Harry gaat aan de slag bij Philips in Nijmegen.

Puiflijk

Waarom verhuisd naar Puiflijk? ‘Nou, heel simpel. Hier kwam een huis vrij en het was betaalbaar.’ Harry is vele jaren actief bij SCP. Vooral de periode dat de twee zonen Michel en Enrico in de jeugd succesvol waren, was prachtig. Nadat hij gestopt was, is hij nu al weer tien jaar bij de club te vinden. Hij traint de Onder-14 en is tevens actief in de kantine. Bij de club mag hij ieder jaar Sint spelen. Een Spaanse Goedheiligman met een herkenbaar Limburgs accent. Niemand zal raden wie de Sint is.

Het meeste plezier beleeft hij in deze periode aan zijn kleinkinderen. Met tintelende ogen vertelt hij over zijn oppasdagen.

Heimwee hebben ze niet. Rond nieuwjaarsdag bezoeken ze enkele nog levende ooms en tantes en de broer van zijn vrouw. Spijt van hun verhuizingen hebben ze nooit gehad. Je kunt overal wonen, maar je moet er wel wat van maken.

Door René den Biesen